Martine van Kuler
(Eind)redacteurHet zonnetje dat door het tentdoek schijnt, het geluid van zingende vogels, in de buitenlucht ontbijten met verse croissantjes. Daarom houd ik zo van kamperen!
Zoek je een vakantiebestemming waar de temperatuur goed is, maar de mussen meestal niet dood van het dak vallen? Waar de golven in de zee écht golven zijn? En waar je ook nog wat leuke steden en dorpjes kunt bezoeken? Grote kans dat je dan uitkomt in Zuid-Frankrijk aan de Atlantische kust. Wij stonden er afgelopen zomer op camping Le Ruisseau in Bidart. In deze review lees je hoe dat is bevallen.
Camping Le Ruisseau. De naam doet niet vermoeden dat dit vooral een huisjespark is. Ik moest dus even slikken toen we bij het oprijden van de ‘camping’ alleen stacaravans in alle soorten en maten zagen. Rechtsomkeert maken was geen optie, want we hadden een plek voor tien nachten gereserveerd. Bij de receptie, waar de ontvangst reuze vriendelijk was, kregen we onze plek toebedeeld. Gelukkig stonden de ‘echte kampeerders’ niet verstopt tussen de huisjes, maar allemaal bij elkaar achteraan de camping. Een pak van mijn hart, want op deze manier beleefde ik toch nog het echte campinggevoel.
Al duurde het wel even voordat ik echt vrolijk was, want ook de kampeerplek die ons was toegewezen vond ik op het eerste gezicht niet denderend. We kwamen van camping Le Chêne du Lac in Bayas, waar we een heerlijke ruime plek hadden. Op camping Le Ruisseau was het een beetje passen en meten op de afgebakende plek. Dat kwam mede door de picknicktafel en het huisje met daarin een koelkast, die we erbij hadden. Uiteindelijk paste onze hele uitdragerij, dus gezeur om niets.
Aan het einde van het straatje was een afwasplek. Lekker dichtbij. Het sanitairgebouw was ook niet al te ver. Ik heb er in de tien dagen dat we er waren nooit een koude douche gehad en rijen stonden er evenmin.
Dat mijn kinderen – tijdens de vakantie 12 en 14 jaar – vriendschappen sluiten op de camping gebeurt niet jaarlijks. Sterker nog, eigenlijk kan ik maar één andere camping noemen waar ze continu de hort op waren. Des te groter was de verrassing dat ze juist op camping Le Ruisseau, waar vooral veel Fransen en Engelsen en slechts een handjevol Nederlanders vakantie vierde, aansluiting vonden. Iedere avond ontmoetten ze leeftijdgenoten bij de voetbalkooi. Heuse interlands werden er gespeeld.
Ook het grote zwembad mét glijbanen en het klimparcours vielen in de smaak. Terwijl de kids zich uitleefden, genoten pa en ma van een drankje én de Olympische Spelen op het terras van de poolbar. Ook voor snacks kun je hier terecht. Liever een pizza, stukje vlees of moot vis? Die serveren ze in het restaurant naast de receptie.
Bidart ligt vlak bij Biarritz, een plaats die surfliefhebbers ongetwijfeld het hart sneller doet kloppen. Al is Biarritz ook voor niet-surfers als wij leuk. Tip: restaurant Casa Juan Pedro in de oude vissershaven. Rond Bidart en Biarritz vind je prima stranden, waar je over het algemeen goed kunt parkeren. Wel tegen betaling uiteraard. De omgeving is vrij vlak en er lopen veel fietspaden, dus een fiets huren of meenemen is zeker een optie. Verder zou het tijdens je vakantie in Frans Baskenland zonde zijn als je niet even de grens met Spanje oversteekt. San Sebastian ligt op ongeveer drie kwartier rijden en is wat mij betreft een aanrader. Wat een leuke stad.
Foutje gezien? Mail ons. Dat stellen we zeer op prijs!