Campings in Japan
Japanners houden van kamperen. Vooral studenten en andere jongeren trekken er graag op uit, met name in de zomervakantie – van half juli tot half augustus – en in mei. Japan telt dan ook zo’n drieduizend campings, die grotendeels in handen van overheidsinstanties zijn. Online kan je allerlei campings vinden. Daarbij is het handig om te weten dat het land is onderverdeeld in acht hoofdregio’s: Hokkaido, Tohoku, Kanto, Chubu, Kinki, Chugoku, Shikoku, Kyushu en Okinawa.
Campings van basic tot luxe
Inwoners van Tokio die de metropool willen ontvluchten, strijken graag neer in Wakasu Seaside Park voor een dagje recreëren of voor een overnachting. In het park, dat uitzicht biedt op de baai van Tokio, kan het beide. De camping heeft sanitair, overkappingen waar je kan schuilen bij regen en verschillende bbq- en kookgelegenheden. Met een eigen tentje – hier komen we later op terug – betalen kampeerders van 15 jaar en ouder 3,57 euro (600 Japanse yen) per nacht. Voor kinderen is dat 0,89 cent (150 Japanse yen).
Liever meer luxe? Dan kan je ook prima in het land terecht. Er zijn ook campings met meer faciliteiten en allerlei soorten huuraccommodaties. Een betaalbare optie is bijvoorbeeld de camping in Shiretoko National Park. Hier heb je vanaf het Yuhidai-uitkijkplatform zicht op de oceaan. Voor een eenvoudige tweepersoonshut betaal je hier 19 euro per nacht (3200 Japanse yen), een hut voor vier mensen kost 23,77 euro (4000 Japanse yen). Dit zijn slechts twee voorbeelden van campings.