Martine van der Klauw
(Eind)redacteurHet zonnetje dat door het tentdoek schijnt, het geluid van zingende vogels, in de buitenlucht ontbijten met verse croissantjes. Daarom houd ik zo van kamperen!
Kamperen in Spanje? Ontdek Baskenland!
Veel Nederlandse kampeerders trokken afgelopen zomervakantie weer naar de Costa Brava. Wil je genieten van een ander stukje Spanje, denk dan eens aan Baskenland. De natuur is er prachtig, je vindt er leuke steden en je kunt er heerlijk eten.
Baskenland ligt voor een deel in Frankrijk en voor een deel in Spanje. De autonome gemeenschap in Spaans Baskenland bestaat uit drie provincies: Álava, Biskaje, Gipuzkoa en de autonome regio Navarra. Ook zijn er nog drie provincies in Frans-Baskenland: Labourd, Neder-Navarra en Soule. In dit artikel richten we ons op Spaans Baskenland, oftewel Euskadi, zoals de inwoners hun regio noemen.
Terrein van de ETA
De Basken vormen een trots volk waarvan een deel nog steeds een eigen taal spreekt, het Baskisch. Baskenland is een van de zeventien autonome regio’s van Spanje. Jarenlang was de terroristische Baskische afscheidingsbeweging ETA (Euskadi Ta Askatasuna, wat ‘Baskenland en Vrijheid’ betekent) er actief. De ETA bestaat niet meer, maar een deel van de Basken wil nog steeds onafhankelijk zijn. Sinds het geweld is gestaakt, is Baskenland uitgegroeid tot een populaire vakantiebestemming. Minder hectisch dan de Costa Brava, maar zeker net zo mooi.
Het gevarieerde Baskenland
Vind je Noordoost-Spanje in de zomer te warm? Grote kans dat je het in Baskenland in het noordwesten van Spanje wél kunt uithouden. Het klimaat is in Baskenland duidelijk anders dan aan de Costa Brava. Over het algemeen waait er aardig briesje en valt er met enige regelmaat een bui. Koud is het er in de zomermaanden echter niet. De temperaturen liggen en zo tussen de 22 en 28 graden – dit is natuurlijk een gemiddelde – en dat is natuurlijk heel wat anders dan de 30+ waarop je aan de Costa’s kunt rekenen.
Het Baskische landschap is gevarieerd: van groene heuvels tot kale bergtoppen en van lange zandstranden tot ruige kliffen. In het heuvelachtige binnenland zijn er natuurparken, langs de schitterende kust wisselen zandstranden en rotsen elkaar af en dan zijn er ook nog de Pyreneeën in het noorden.
Steden en cultuur
Bilbao is de grootste stad in Baskenland. Je vindt hier het wereldberoemde Guggenheim museum dat voor veel toeristen dé reden is om de stad te bezoeken. Maar Bilbao heeft meer te bieden. Absoluut de moeite waard is het oude centrum, een levendige wijk vol restaurants en barretjes. Stap vooral eens binnen in de Santiago kathedraal die op de bekende pelgrimsroute naar Santiago de Compostela ligt.
San Sebastian is een beroemde badplaats in een baai aan de Golf van Biskaje. Het stadje wordt ook wel het Spaanse Rio de Janeiro genoemd. Een vergelijking die niet heel gek is gezien de ligging aan een halfronde baai, het eilandje dat voor de kust ligt en het Christusbeeld dat overal bovenuit torent. Vanwege de golven in de baai is San Sebastian geliefd bij surfers.
Fiestas de San Fermín
Ieder jaar vinden tussen 6 en 14 juli de San Fermín-feesten plaats in de stad Pamplona, gelegen in de autonome regio Navarra. Het hoogtepunt van de feesten is de encierro, oftewel het stierenrennen. Het evenement kent een lange geschiedenis. In 1591 werd het voor het eerst gehouden. Tijdens de encierro worden zes stieren door de straten gejaagd, voorafgegaan door duizenden lopers die de dieren willen voorblijven. De waaghalzen zijn herkenbaar aan hun witte kleding, rode zakdoek rond de hals en rode sjerp om hun middel. Ongevaarlijk is de encierro niet. Dit jaar nog werden twee Spanjaarden en een Amerikaan op de horens genomen.
Ook als je niet door een stier achterna wilt worden gezeten is het een aanrader om Pamplona tijdens de Fiestas de San Fermín te bezoeken. Zeker als je van dans, muziek, straattheater en vuurwerk houdt.
In Baskenland eet je pinxtos
Vergeet tapas, eet pinxtos. Tenminste, als je in Baskenland bent. In vrijwel iedere bar zijn deze kleine hapjes wel te krijgen, vaak uitgestald op de bar of in een vitrine. Meestal bestaan pinxtos uit een stukje stokbrood belegd met vlees, vis en/of groenten. Ze zijn niet alleen een lust voor de smaakpapillen, maar ook voor het oog. In de pinxtos is altijd een stokje gestoken. Enerzijds om de ingrediënten bij elkaar te houden, anderzijds om het aantal pinxtos dat je hebt verorberd te tellen. Volgens Baskisch gebruik lever je de stokjes in bij de bar als je bent uitgegeten en gedronken. De barman of -vrouw telt de stokjes en presenteert je de rekening. Gooi de stokjes dus niet weg.
Ben je enthousiast geworden over Baskenland en wil je er kamperen? Houd dan Campingtrend in de gaten, want volgende week tippen we wat campings in deze Spaanse streek. Alvast in de stemming komen? Marije maakte eerder dit jaar met haar gezin een roadtrip naar Bilbao en San Sebastian. Haar verslag lees je hier.
Foutje gezien?
Foutje gezien? Mail ons. Dat stellen we zeer op prijs!