Martine van Kuler
(Eind)redacteurHet zonnetje dat door het tentdoek schijnt, het geluid van zingende vogels, in de buitenlucht ontbijten met verse croissantjes. Daarom houd ik zo van kamperen!
Het is alweer twintig jaar geleden dat Marco Pantani overleed, maar de Italiaanse wielerheld is nog lang niet vergeten. Zeker in de Apennijnen, zijn favoriete trainingsgebied, heeft Il Elefantino nog altijd een heldenstatus. Wil jij net als Pantani fietsen in de Apennijnen? En durf je de uitdaging aan om zijn favoriete trainingsberg Monte Carpegna te beklimmen? Lees dan snel verder.
Als je hebt besloten dit artikel te lezen, dan weet je hoogstwaarschijnlijk wie Marco Pantani was. De Italiaanse wielrenner won in 1998 zowel de Tour de France als de Giro d’Italia. Het leverde hem een heldenstatus op in zijn thuisland. Toch raakte El Elefantino of Il Pirata, zoals zijn bijnamen luidden, aan lagerwal. Een periode vol dopinggebruik, depressiviteit en drugsverslaving volgde. Op 14 februari 2004 overleed hij in een hotel in Rimini aan een overdosis cocaïne.
Marco Pantani, geboren in Cesena maar opgegroeid in Cesenatico aan de Adriatische kust, maakte zijn trainingskilometers in regio’s Emilia Romagna en Le Marche. Aan de kust is het nog vlak, maar al snel rijzen de Apennijnen op. De bergketen die zich over ongeveer twaalfhonderd kilometer uitstrekt van het noordwesten tot het zuidoosten van Italië, heeft voor fietsers heel wat uitdagende beklimmingen. In de thuisregio van Marco Pantani zijn de Monte Fumaiolo, Monte Aquilone, Monte Catria, Monte Nerone en vooral de bijna 1400 meter hoge Monte Carpegna interessant. Die laatste berg was immers de favoriete trainingsberg van de wielerheld.
De Monte Carpegna, door wielerfans omgedoopt tot de Passo Marco Pantani, heeft verschillende routes naar de top. Pantani’s favoriete klim begint in Caturchio en heeft in het begin een stijgingspercentage van slechts 6 tot 8 procent. De echte kuitenbijter van zo’n zes kilometer lang begint net voorbij de stad Carpegna en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 10 procent. De laatste twee kilometer tot aan de top, bekend onder de naam ‘Via Cippo’, zijn met 12 procent het steilst.
Op de vraag waarom Pantani de Carpegna voor zijn trainingen verkoos boven hoogtestages op bijvoorbeeld Tenerife, was zijn antwoord even simpel als duidelijk: ‘Il Carpegna mi basta’, oftewel, de ‘Carpegna is goed genoeg voor mij’. Het is een uitspraak die je onderweg naar de top dan ook veelvuldig op het wegdek zult tegenkomen.
Afgezien van de Monte Carpegna heeft de regio fietsers veel meer te bieden, waaronder het parcours van de jaarlijkse wielerkoers Grandfondo Nove Colli. En het treft, want je kunt er ook nog eens uitstekend kamperen. Ben je van plan de Monte Carpegna op te fietsen, dan is Camping Il Cippo de perfecte uitvalsbasis. Luxe zul je hier niet vinden, maar natuur en gelijkgestemde wielerliefhebbers des te meer.
Foutje gezien? Mail ons. Dat stellen we zeer op prijs!